INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19925944 Bezoekers
54 Bezoekers online
Men neemt een aftreksel van de wortelbast van de maja in.
Elke dag drie paitglaasjes (zie maten) sangketsap is ook voortreffelijk.
Men neemt daarvoor twee stengels van een vingerlengte elk, stampt ze fijn met een paitglaasje water, laat dit een half uur staan en zeef het vocht door een doekje.
Men drinkt het op de nuchtere maag.
Een voorschrift van dr. Eisinger, die in het einde van 1800 op Java praktiseerde en veel Indische kruiden voorschreef is het volgende;
Zet 30 gram fijngehakte ceribonriet (zwart riet uit Ceribon) met een halve liter kokend water op een zacht vuur gedurende tien minuten te trekken, zonder dat het opnieuw gaat koken.
Na filtering wordt dit drankje gedronken.
Deze vruchtboom wordt overal op Java in het laagland aangeplant.
De stam scheidt bij beschadiging een witachtige gom af, die aan de lucht geel wordt en helder is als barnsteen.
De wortelbast van maja is een beproefd middel tegen mond- en klauwzeer bij het vee.
Men hakt daartoe dagelijks 30 gram fijn, zet dit met een wijnfles water te vuur en verkookt het tot de helft.
Dit afkooksel geeft men na afkoeling aan de dieren.
Gekneusde majabladeren met sirihkalk doet men op wonden bij het vee en sluit ze dan verder af met getah gondang.
Een kruid met vierkanten stengel, voorkomend op braakliggende sawa’s, drassig terrein en langs waterkanten tot op 600 m. zeehoogte.
De sappen hebben een kalmerende werking.
Waarschuwing: neem altijd eerst contact op met uw huisarts voordat u
gebruik maakt van de informatie, middelen en of (be)handelingen op deze website.
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage