INDOPEDIA
|
De Indische Encyclopedie
|
19749710 Bezoekers
48 Bezoekers online
Het gedék wordt van binnen en van buiten bestormd, want vele inlanders komen etens waren en fruit aanbieden in ruil voor kleren en oude lappen. Wat kleding betreft, zijn die mensen er dan ook wel ellendig aan toe. Een paar vodden of goenizakken1 is alles wat ze aan hebben.
Er wordt streng gewaarschuwd niet uit het kamp te “bollossen2”, maar op de bezettingstroe-pen te wachten, daar er overal gevaar is van extremisten.
De zieken zullen het eerst vertrekken, voorlopig naar het grote St.Elisabeth’s Ziekenhuis en later naar Australië.
Er kwamen zes vliegtuigen over, waarvan er twee enkele malen vlak over het kamp cirkel-den. Duidelijk was het rood-wit-blauw aan vleugels en staart te zien.
We stonden buiten onszelf van blijdschap op de straat te wuiven en te juichen. In een oge n-blik verschenen er 6, 7, 8 zorgvuldig bewaarde en verstopte vlaggen, die men breeduit over de straat legde om het aan de piloten duidelijk te maken, wie we waren.
Dol, dol, dol waren we! Van het kantoor kwam weer de opdracht: “Rustig binnen blijven.” Volgens de geruchten komen morgen van Mook en de bezetting. Mensen van de politie en de Staatsspoor zouden al vrij gelaten zijn. Binnenkort komen er meer doktoren voor de kampen. Mam zal nu voor haar geelzucht 2 ons suiker krijgen. Heleen is nog erg slap en Roelie heeft weer last van haar buik. Ik zelf voel me niet zo slap meer. Ik woog me op de grote rijstweeg-schaal in de keuken: 47,6 kg.
We kokkerellen allerlei wonderlijke gerechten bij elkaar en eten, nee smullen de hele dag. Eindelijk fruit, eindelijk vlees en ei en zoveel andere heerlijkheden, die we eeuwen gemist hebben. De varkens, die de Jappen voor zichzelf gefokt hadden zullen nu voor onze gaarkeu-ken geslacht worden.
De geruchten van de 18e Augustus waren niet waar. Wel is er op die dag voor vrede gete-kend in Manilla. Er gaan nieuwe geruchten over een “Amerikaanse-Indonesische Repu-bliek”, misschien om de bevolking rustig te houden.
Vandaag zijn de ernstigste zieken naar het grote Ziekenhuis gebracht. Gistermorgen kwam er weer een vliegtuig met rood-wit-blauw op de staart over.
Vandaag schijnt de Japanse bezetting voor dit kamp aangekomen te zijn om ons te besche r-men tot de nieuwe bezetting komt. “Sientje” is ook al weg.
Vannacht hadden mam en ik wacht van 11 uur tot 1 uur. In die tijd hebben we een broodje van Asia- meel au-bain- marie gekookt op onze steen. Het is heel lekker geworden. De laatste dagen is er veel meel binnen gekomen. Gisteren kregen we geen pap, maar 50 g meel. Van-daag 100 g meel èn pap. In plaats van de djagoeng een halve portie rijst meer, dus in het ge-heel 330 g rijst. Nu kunnen we vanmiddag en vanavond rijst eten. Van ons meel heb ik twee broodjes gekneed en tot een lobakkoek3 gebakken. Vooral Roelie is daar zo dol op. Paul bracht heerlijke soep mee van de gaarkeuken met groente, vlees en bouillon. Gisteren kregen we 1 ons witte en 1 ons bruine suiker. Wat zijn ze goed voor ons!
Een paar dagen kregen we klappers voor het hele kamp: 1 klapper voor 14 personen!
Wij boften met ons grote gezin, we kregen bijna een halve klapper. De dop hebben we door-gezaagd en verloot. Mevrouw Geisler en wij troffen elk een helft. Van het vruchtvlees hebben we santen1 gemaakt en die deels bij pap en deels bij de koffie gebruikt. Erg lekker!.
------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------------------------
Van de ampas2 heb ik seroendèng3 gemaakt, die ook goed smaakte.
Wouter is net wakker geworden. Roelie zit hem een pisang-goreng4 en een stuk lobak-koek te voeren, waar hij dol op is. Hij kruipt al zelf zijn bed uit en kan ook zelf op de pot gaan zit-ten, als zijn broekje niet al te lastig dicht zit. Hij praat al zo leuk. Hij kan al heel grappig zeggen: “Hallo jongeluitjes!” Maar ons meneertje kan soms ook een lastig willetje hebben, waartegen mam steeds moet vechten. Hij kan ook enig voor “Nippon” spelen met een stok. Verder is hij nog altijd dol op bloemen, “noppen”, stokjes en blaadjes. Wat zal pappie grote ogen opzetten, als hij je terugziet en wat zal hij dol op je zijn! Wat verlangen we toch alle-maal naar die dag.
Maar onze eerste wens is nu, dat de Jappen weg gaan, helemaal weg en dat we vrij zijn. Maar daarvoor moeten we nog even geduld hebben en blijven vertrouwen op God. Gelukkig zijn we allemaal weer gezond.
Er kwamen weer twee Lockheeds over met rood-wit-blauw op de staart. Ze gooiden pamflet-ten uit. Weer lagen er in een mum van tijd vlaggen op de straat.
Tekst van de pamfletten:
“Afgevaardigden van de Keizer van Japan zijn te Manilla gearriveerd op het Hoofd kwartier van Generaal Mac Arthur om de documenten te tekenen voor het beëindigen van de oorlog in de Pacific. Leden van de Japanse keizerlijke familie zijn uit Japan vertrokken naar China, Mantsjoerije en andere fronten om toe te zien, dat de Japanse strijdkrachten overal het bevel gehoorzamen om de strijd te staken. De Keizer heeft de veiligheid van alle geallieerde krijgsgevangenen en geïnterneerden gegarandeerd en de onmiddellijke verstrekking van voedsel, kleding en medicijnen beloofd. Op vele plaatsen in de Pacific hebben Japanse commandanten de geallieerde krijgsgevangenen en geïnterneerden reeds in vrijheid gesteld. Balikpapan, 21 Augustus 1945.”
Om 1 uur kregen we 100g ongekookte rijst, uien en ieder een hele pannekoek. Mm!
Bep kwam ook nog even langs. Er wordt aan het gedèk veel gesmokkeld, hoewel het gevaar-lijk is vanwege de extremisten. In de badkamer van de buren houden ze nu een kip. Af en toe hoor je hoerageroep en gezang, misschien als vooroefening voor de verjaardag van onze Ko-ningin Wilhelmina op 31 Augustus. Wat zal die vrouw ook moeilijke jaren achter de rug hebben.
Morgen krijgen we 400g rijst, 100g meel, djagoeng, 500g groente, verder vet, vlees en sui-ker. We zijn dolblij en opgewonden. Een interneringskantoor zal voor ons zorgen, wat kle-ding, voedsel en huisvesting betreft. Vanmiddag zat iedereen vuurtjes te stoken en allerlei lekkers te koken.
Vanavond hebben we stukken opgestapeld gedèk weggesleept. Daarna ging er iemand met een trekharmonica over de straat en een hele stoet volgde al zingend:
“Hojo, hojo! O, schitt’rende kleuren.., Kent gij het land..., Die mooie molen..., Sarie Marijs..., Rats, kuch en bonen...” Voor het huis van ds. Stegeman (8e Mangga) stond alles stil.
------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------------------------
Even zweeg iedereen en toen klonk heel mooi het Wilhelmus en ook het bekende couplet: “Mijn schild ende betrouwen”. Wat was dat prachtig! Het werd niet uit volle borst meegezongen, maar diep uit het hart. Zo ontroerend mooi!
Daarna trok de stoet weer verder. Zo even hoorden we het Wilhelmus nog een keer.
Mam heeft vanavond het lied: “Dankt, dankt nu allen God” voorgelezen en daarna hebben we het gezongen, samen met mevrouw Geisler en mevrouw Jansen van Raay. Een fijn einde van een fijne dag.
Zondag. Vanmorgen heeft mam ons psalm 107 voorgelezen. Mooi en toepasselijk, juist voor deze dagen. Vanmiddag hebben we Bep uitgenodigd om bij ons te eten.
Heel gezellig en lekker. We krijgen nu genoeg te eten: rijst, meel, suiker, olie, pisang en kat-jang. Een volle maag is een heerlijk gevoel.
Sinds 3 dagen wordt het gedèk van buiten weer bestormd door inlanders met allerlei eetwaar. Dat ruilen ze tegen lappen, kledingstukken en vodden. Ik heb er ook al dapper aan meege-daan. De oude lappen van de vuilnishoop van Solo waren gewassen en kwamen goed van pas. Ik kreeg ervoor: goela djawa, klappers, een kipje, pisangs, uitjes, lomboks en een keti-moen. Voor een oude jurk van mam een mooie dikke kip.
We genieten met volle teugen van al dat eten, maar zijn toch voorzichtig, want heel veel mensen zijn al ziek van teveel en te vet eten. Ook komen er vaak Indo- en Chinese vrouwen aan het gedèk, die zomaar van alles uitdelen: suiker, koekjes, koffie, ketella, gekookte rijst, enzovoort. Echt aardig, dat ze ons zo ook wat willen helpen. Ik kreeg van hen suiker met koffiepoeder er door.
Met Bep aten we rijst met gebakken kip, ketimoen, seroendeng, bouillon en sajoer van wa-loe1 en tempé. Als toetje hadden we een vruchtenslaatje van pisang, djeroek en mangga 2. Verrukkelijk! Bep genoot ook.
Ons jonge, pasgekregen duifje zat bij ons en at ook wat rijst mee. Een leuk, tam diertje. De donsjes zijn weg en de veertjes komen door. We hebben het Yksi genoemd, één van de vo-gelnamen uit het boek van Niels Holgerson.
Nog iets belangrijks: gisteren kregen we een briefkaart van Friso, waarin hij o.a. schreef, dat Akka nog leefde en bij hem was. Een verrassing voor ons allemaal.
Om wat hij verder schreef, zijn we ook zo blij:
“Mamie tertjinta, saja baik dan gemoek. Saja tinggal sama oom Henk, oom Giel. Tida banjak kerdja. Boeroeng Akka ada. Akka djoega baik. Saja tida ada sekola. Sini senang betoel. Pa-kejan tjoekoep. Makanan djoega baik. Saja soeka lekas ketemoe sama mama dan papa. Ta-bééé. Ba njak tjoem dari Friso Bosman”. (21 Mei)3
De andere mensen hier in huis hebben nu ook bijna allemaal een briefkaart gekregen. Er worden er nog steeds uitgedeeld, dus....wie weet!
In haast alle straten hangt nu een vlag, een prachtig gezicht! Er zijn de laatste dagen al heel wat Blanda-Indo mensen de poort uitgegaan, tenminste diegene, die buiten bij familie of kennissen een onderkomen kunnen vinden. De nieuwe bezetting is er nog steeds niet, maar de houding van de Jap tegenover ons is heel erg veranderd.
------------------------------------------------------------------------
Er heeft nog niemand gereageerd.
Voor meer informatie over nieuws uit de kranten van Nederlands-Indië
La vie est un pélerinage